Actie afstellen met brugbeen V1
Als eerste wordt de standaardmethode beschreven. Het brugbeen wordt in lengte- en breedterichting passend gemaakt (vijlen en schuren), en in de brug gemonteerd.
De afstand van de snaren tot de frets (de ‘actie’) bepaalt in hoge mate de bespeelbaarheid van een gitaar. Omdat deze snaarafstand nergens gelijk is wordt de actie van een gitaar gedefinieerd als de snaarhoogte bij fret 12. Dit maakt de onderstaande berekeningen erg eenvoudig.
De snaren worden aangebracht, en de actie met een voelermaatje opgemeten en ingevuld bij “Huidig”.
Onderstaande tabel geeft de volgorde van de te doorlopen stappen om de juiste brugbeenhoogte in te stellen (rekenvoorbeeld voor een basgitaar met hoge actie).
Gewenste actie fret 12 | 4,0 | 3,9 | 3,8 | 3,7 | |
Huidig | 4,1 | 4,1 | 4,0 | 4,3 | – |
Te hoog | 0,1 | 0,2 | 0,2 | 0,6 | |
Verdubbeld voor brug | 0,2 | 0,4 | 0,4 | 1,2 | x2 |
Kamhoogte nu | 9,94 | 9,95 | 9,92 | 9,95 | |
Kamhoogte berekend | 9,74 | 9,55 | 9,52 | 8,75 | |
Kamhoogte geworden | 9,75 | 9,60 | 9,50 | 8,80 |
De eerste stappen spreken voor zichzelf. Het verschil met de gewenste hoogte op fret 12 moet bij het brugbeen tweemaal zoveel worden gecorrigeerd. Het uiteindelijke resultaat wijkt een paar honderdste millimeters af van het gewenste resultaat omdat ik het brugbeen mooi vloeiend wil laten verlopen, en niet hoekig.
Actie afstellen met brugbeen V2
Bij latere gitaren wordt een andere procedure gevolgd: het brugbeen en de snaren blijven in eerste instantie op hun plek, en de snaren worden een voor een naar de juiste hoogte gevijld. Dit wordt gedaan met de ongeveer 3 mm brede zijkant van een vijl terwijl de snaar even opzij wordt geduwd. Op deze manier is het mogelijk de optimale actie te verkrijgen: door harder aan te slaan dan tijdens normaal spelen gebeurt, zal op een gegeven moment tijdens het verlagen van het kambeen de snaar gaan ratelen: de laagste mogelijke actie is bereikt, ervan uitgaande dat de relief goed is ingesteld.
Het eindresultaat is een ‘getand’ brugbeen, waarvan de stukken tussen de laagtes worden weggevijld, zodat de bovenkant een vloeiend verloop krijgt. Het eindresultaat is een mooi vloeiend verlopende top van het brugbeen, met voor alle snaren de juiste actie.