Een ellipspasser (eng: ellipsograph) is een oud hulpmiddel (al door Leonardo da Vinci gebruikt) om ellipsen te tekenen; de constructie van de hier beschreven dremeljig maakt het mogelijk ellipsen te frezen. Ik gebruik deze voor het frezen van het klankgat en de rozet in de vorm van een ellips. Bij een echte ellipspasser zijn hoogte en breedte onafhankelijk van elkaar in te stellen, maar bij deze jig is het verschil tussen breedte en hoogte altijd 20 mm, waardoor een vorm ontstaat die mooi bij het klankgat past. Door deze vaste instelling wordt de constructie veel simpeler en robuuster. Ik maak gebruik van de al aanwezige StewMac ‘Soundhole and Rosette Routing Jig’, waardoor slechts enkele onderdelen extra gemaakt hoeven te worden. Deze werkwijze beperkt weliswaar het verschil tussen de kleinste en de grootst mogelijke ellips, maar voor dit doel is het bereik voldoende. Dit StewMac hulpstuk is niet altijd leverbaar, maar volgens Google zijn er meerdere andere (goedkopere!) alternatieven.
Het principe is simpel: in een grondplaat (een restantje trespa) worden haaks op elkaar twee sleuven gefreesd, die elkaar in het midden kruisen.
Voor beide sleuven wordt een spelingvrij klosje gemaakt, waarin een asje van vijf mm bevestigd wordt.
Deze asjes steken in een hulpstukje dat aan de rosettejig bevestigd wordt, één van de twee vervangt het draaipunt, de andere draait 20 mm verderop.
Voor het instellen van de rozetdiameter en de freesdiepte is het handig de spoed van de schroefdraden te weten, zodat het mogelijk is nauwkeurig bij te stellen door het tellen van de omwentelingen.
Voor dit model geldt het volgende:
Diameter instellen: 5/32″ draad, spoed = 0,794 mm -> 1 omwenteling = 0.8 mm
Hoogte instelling : 1/4″ draad, spoed = 1,270 mm -> 1 omwenteling = 1.3 mm