Zoals gezegd maak ik vanaf gitaar #3 het blok van tevoren op maat.
Als er geen sprake is van een cutaway maakt de breedte niet veel uit, alleen moet evt. rekening worden gehouden met de ronding van de ‘schouders’.
Bij een cutaway komen de maat en het plaatsen heel precies: ik vind het mooi als de kast precies met de toets meeloopt. Aangezien de toets taps uitloopt betekent dit dat ook het halsblok daar niet haaks is: 0,6 mm verloop op de 33 mm. Ook moet rekening worden gehouden met de dikte van de wand: ca. 1,5mm.
Als er een ‘verticale’ binding komt langs de hiel moet het halsblok daar breder worden dan de hiel: anders is er niets om de binding tegenaan te lijmen. Ca. 12 mm: 7 mm binding + 5 mm houvast voor de zijwand.
Het afschuinen van onder- en bovenzijde is nodig vanwege de bolling van de bladen: boven 1mm, onder 2mm. De onderzijde is schuiner (hoek van ca. 3°) vanwege de ‘knik’ in het achterblad. Tijdens de assemblage wordt de exacte hoek bepaald.
Bijgaand als voorbeeld de maten voor een 12-string gitaar: asymmetrisch vanwege de cutaway.
De bepalende maten zijn:
• ½ halsbreedte | 28,5 mm |
• Dikte zijwand | 1,3 mm |
• Kastdikte | 98 mm |
• Bovenblad | 1 mm schuin |
• Achterblad | 2 mm schuin |
Hiermee kunnen alle afmetingen berekend worden. Alleen bij de cutaway wordt met tienden van millimeters gerekend, de rest afgerond op hele mm.